Wéér een aanslag. Wéér leed. Wéér dode kinderen. Wéér de gruwelijkheid van de vervallen maatschappij. Ondanks de inmiddels standaard betonblokken, beveiliging, versperringen en sluizen en extra politiepatrouilles. Wéér treft de waanzin Europa in het hart van de joods-christelijke traditie. En wéér is het een allochtoon. Misschien geen islamist dit keer, al is er nog veel onduidelijk, het is wel wéér iemand die Duitsland binnenkwam als asielzoeker. Wéér.
En ook dit keer wéér zullen we worden gedwongen, op straffe van sociale uitsluiting, om video’s te delen van iemand die op straat ‘Imagine’ speelt op een piano. Wéér zullen we rode rozen omhoog houden, gekleurde papieren hartjes in metrostations op de muren plakken, T-shirts dragen met ‘Ook ik ben een Saoedi-Arabiër’. Wéér zullen de vele tafels van de vele talkshows volzitten met BN’ers die vinden dat we ‘elkaar moeten vasthouden’, dat er ‘niet in mijn naam’ een zondebok mag worden gezocht, dat we allemaal één zijn.
Wéér zal Sting ‘Inshallah’ komen zingen, Claudia de Breij ‘Mag ik dan bij jou’, want ‘als de wereld in brand staat, wie neem je dan mee naar binnen’.
Wéér zal het niet lang duren voordat de eerste nabestaanden in de media opdraven om te vertellen dat ze de dader willen vergeven, dat ze hoop hebben, dat het niets met de islam te maken heeft, dat we niet iedereen over één kam moeten scheren, dat hun geliefde juist geloofde in hoop en er voor elkaar zijn.
Weer niet woedend
Wéér zullen we niet woedend mogen zijn. Woedend over het onvermogen van de regering om voor een normaal veilig land te zorgen. Woedend over de onmogelijkheid zonder zorgen naar een kerstmarkt te kunnen gaan. Woedend over kinderen die moesten sterven voor een radicaal ideaal. Woedend over het te grote aantal vrij rondlopende gekken. Woedend over de alsmaar stijgende gewelddadige criminaliteit. Woedend over de multiculturele samenleving waarvan steeds maar weer wordt bewezen dat het geen succes is. Woedend over wéér een aanslag, gewoon wéér!
Wéér zullen we niet aan zoete wraak mogen denken. Wéér zullen we moeten toekijken en toehoren hoe advocaten verklaren dat die kerstmarktbezoekers er ook wel om vroegen en dat hun cliënt al genoeg is gestraft door populistische media. Wéér zal iemand die zoveel levens heeft genomen en zoveel onnoemelijk leed heeft veroorzaakt er met een al te lichte straf afkomen. Wéér zullen we dat moeten accepteren. Wéér zullen we aan de zijlijn staan en toekijken, niet bij machte daar ook maar iets aan te veranderen.
Wéér zal alles gewoon verder gaan. Wéér zal de wereld niet stoppen met draaien. Wéér is het straks morgen. Wéér gaan we niet de straat op, vuisten gebald, terwijl we het uitschreeuwen van pijn en woede en frustratie en onmacht en leed. Wéér gaan we door alsof er niets is veranderd. Wéér worden we niet kwaad, eisen we geen verandering, dwingen we geen maatregelen af, verzetten we ons niet tegen de vijand die telkens weer, steeds maar wéér uit dezelfde hoek blijkt te komen.
Menselijke woede
Wéér laten we ons ontnemen wat zo menselijk is: de woede. Wéér laten we ons in slaap sussen. Wéér buigen we ons hoofd. Wéér druipen we af naar de hoek. Wéér laten we ons het zeggen: dat we niet kwaad mogen zijn, dat we geen wraakgevoelens mogen hebben, dat we niet cynisch mogen zijn, dat we geen ‘groepen tegen elkaar op mogen zetten’, dat we geen ‘olie op het vuur mogen gooien’, dat we niet mogen polariseren, dat het niets te maken heeft met afkomst, laat staan met religie.
Wéér gaan we verder. Alsof er niets is gebeurd. Wéér wachten we op de volgende aanslag. Wéér begint dan alles opnieuw. Gewoon wéér!

